Glastuinbouw meest kwetsbare sector voor hogere energiekosten

2021-11-16 22:06:19 By : Ms. Sanny shan

Ondernemers hebben last van de sterk verhoogde tarieven voor gas en elektriciteit. Bedrijven die variabele energietarieven betalen, krijgen direct te maken met de sterk verhoogde tarieven. Met name bedrijven die veel energie verbruiken en sterk op prijs concurreren, kiezen meestal (deels) voor variabele tarieven, omdat het vastleggen van tarieven doorgaans duurder is. Voor zover grootverbruikers de tarieven hebben vastgesteld, is dit vaak voor slechts enkele maanden. Zij zullen dan in 2022 alsnog met hogere kosten te maken krijgen, omdat ABN Amro verwacht dat de gasprijs in 2022 hoog zal blijven. In veel bedrijfstakken zouden de sterk verhoogde tarieven de gehele winst kunnen wegvagen. Zo bedroegen de energiekosten in basischemie in 2019 de helft van de winst. Momenteel ligt de gasprijs ongeveer 3,5 keer hoger. Veel bedrijven zullen proberen de hogere kosten door te berekenen. Lukt dat niet, dan kunnen ze in het rood belanden.

Een groot aantal sectoren is gevoelig voor hogere energietarieven, blijkt uit een lijst van de twintig meest energie-intensieve sectoren die ABN AMRO heeft opgesteld. Naast de glastuinbouw zijn ook de papierindustrie, de zware industrie en de voedingsmiddelenindustrie kwetsbaar, de wasserijen en de horeca. Deze industrieën zijn energieverslindend en de meeste worden gekenmerkt door dunne winstmarges. Snel stijgende energiekosten kunnen de winstmarge snel volledig wegvagen. De twintig sectoren op de lijst verbruiken in een normaal jaar zo'n 7 miljard euro aan gas en elektriciteit. De energieprijzen zijn momenteel echter veel hoger dan in voorgaande jaren. Als de overheid het bedrijfsleven financiële steun zou bieden, kan dat vele miljarden kosten, zeker als de energieprijzen voor langere tijd hoog blijven, zoals ABN AMRO verwacht.

Bedrijven die energie inkopen tegen een variabel tarief komen nu al in de problemen na de explosie van energietarieven van de afgelopen weken. De variabele tarieven zijn historisch hoog, ongeveer 3,5 keer hoger dan vorig jaar. Soms worden deze bedrijven gedwongen hun activiteiten drastisch in te krimpen, zoals aluminiumsmelterij Aldel, zinkproducent Nyrstar en chemiebedrijf Yara, een producent van ammoniak dat als grondstof voor meststoffen dient. Sommige glastuinders, waarschuwt Glastuinbouw Nederland, zullen hun kassen gedeeltelijk of helemaal leeg moeten laten omdat de kosten te hoog zijn. Weer andere telers kiezen ervoor om minder te belichten, wat de productie drukt.

Doorladen Op korte termijn zal naar verwachting een groot deel van het Nederlandse bedrijfsleven worden geraakt. Precieze cijfers ontbreken echter, omdat de manier waarop energiecontracten tot stand komen concurrentiegevoelige informatie betreft. Zeker is dat bedrijven die hun energietarieven (deels) hebben vastgezet, ook een hogere rekening krijgen. Ten eerste stellen veel grootverbruikers de tarieven slechts voor een deel van hun verbruik vast. Het inkopen van veel energie tegen een vooraf bepaald tarief brengt vaak een afnameverplichting met zich mee, terwijl bedrijven de flexibiliteit willen om hun productie desnoods wat te verminderen. Hoewel deze bedrijven nu voor een groot deel van hun verbruik een vast laag tarief betalen en dus hun productie niet drastisch hoeven te verminderen, worden ze wel hoger aangerekend voor het deel van hun verbruik waarvoor het tarief niet vaststaat. Gezien de sterk gestegen variabele tarieven voor gas en elektriciteit kan de hogere rekening toch de marge onder druk zetten, zeker als de hogere kosten niet of slechts gedeeltelijk kunnen worden doorberekend aan klanten.

Ten tweede leggen grootverbruikers hun energietarieven vaak maar voor enkele maanden vast. Hierdoor bestaat het risico dat consumenten met een vast tarief ook in 2022 te maken krijgen met hogere energieprijzen. ABN AMRO verwacht dat de gasprijzen tot 2023 hoger zullen blijven dan in voorgaande jaren. De hoge prijzen zijn het gevolg van de aanhoudend sterke wereldwijde vraag naar aardgas om het gebruik van andere energiebronnen zoals steenkool en kernenergie te verminderen. Ook het aanbod van aardas zal naar verwachting voorlopig niet sterk toenemen, dus er zijn meer afnemers voor een hoeveelheid die in het beste geval gelijk blijft. Ook de aanhoudend hoge CO₂-prijs draagt ​​bij aan de hogere prijs voor aardgas. ABN AMRO kijkt in de schattingen naar het contract met levering voor het komende leveringsjaar. Voor het einde van dit jaar heeft de bank haar raming verhoogd van 30 euro per MWh naar 50 euro per MWh. Voor eind 2022 verwachten we nog een prijs van 30 euro per MWh, 50 procent hoger dan in de vorige schatting. Pas in 2023 ziet de bank weer een normalisering van de gasprijzen.

Wat de bedrijven hoog in deze top 20 extra gevoelig maakt, zijn de vaak dunne marges. Zo is er in 2019 volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) ongeveer 3,5 miljard euro brutowinst behaald in de basischemie. De energiekosten in deze sector bedroegen in datzelfde jaar 1,8 miljard euro. Dat betekent dat als de energiekosten verdrievoudigen, alle winsten weggevaagd kunnen worden, tenzij bedrijven erin slagen de productieprijzen te verhogen. Momenteel is de gasprijs zo'n 3,5 keer hoger dan in voorgaande jaren, dus de kans op rode cijfers is reëel. Een voorbeeld van een basischemiebedrijf is ammoniakproducent Yara, die er blijkbaar niet in slaagt de verkoopprijzen te verhogen en nu al met veel hogere energiekosten wordt geconfronteerd. Het chemiebedrijf heeft daarom besloten de productie in onder meer zijn fabrieken in Nederland met maar liefst 40 procent te verminderen. Gas is volgens Yara onbetaalbaar geworden. Waarschijnlijk kan Yara het verlies beperken door de productie terug te schroeven.

Ook de glastuinbouw, de zware industrie en de voedingsmiddelenindustrie zijn kwetsbaar. Dit zijn bedrijven die veel energie verbruiken, of in het geval van energieleveranciers ook inkopen. Zo gebruikt de glastuinbouw veel gas om de kassen te verwarmen. Volgens Wageningen Economic Research bedragen de energiekosten voor glastuinders gemiddeld een vijfde van de totale kosten. Een hogere gasprijs die niet of slechts gedeeltelijk vooraf wordt ingekocht, kan dus direct grote gevolgen hebben voor de winst van de tuinders. Ook de zware industrie verbruikt veel energie. Zo gebruikt de basismetaalindustrie veel gas en elektriciteit om smeltovens op temperatuur te krijgen. Raffinaderijen en chemische fabrieken hebben veel warmte nodig voor bijvoorbeeld raffinage, distillatie, kraken of vergassing.

Bij het productieproces van tegels, cement, beton of glas wordt in de bouwmaterialenindustrie relatief veel gas gebruikt. In de voedingsmiddelenindustrie wordt energie gebruikt voor warmte die nodig is in het verwerkingsproces zoals in zuivel of bakkerijen, of voor het koelen of vriezen van producten, zoals frites. De metaalproductenindustrie heeft veel energie nodig voor bijvoorbeeld het aanbrengen van coatings (oppervlaktebehandeling) of het aandrijven van metaalbewerkingsmachines.

Verkoopprijzen Om rode cijfers te vermijden, zullen ondernemers in deze sectoren de verkoopprijzen moeten verhogen, geconfronteerd met de uitzonderlijk hoge energiekosten. In hoeverre dit mogelijk is, is een complexe kwestie en hangt af van factoren als (internationale) concurrentie, contracten met leveranciers en prijselasticiteit van de vraag naar het specifieke product.

Naar alle waarschijnlijkheid zal de bouwmaterialenindustrie een deel van de hogere kosten aan klanten kunnen doorberekenen. Fabrikanten van bouwmaterialen hebben dit de afgelopen maanden al kunnen doen, nu de prijzen van bouwmaterialen door andere redenen al enige tijd sterk stijgen.

Het doorberekenen van de hogere prijzen zou de marges van bouwbedrijven onder druk kunnen zetten. Bouwbedrijven kunnen er normaal gesproken voor kiezen om andere bouwmaterialen te gebruiken, zoals hout en staal, omdat cement en beton duurder worden. Alternatieve grondstoffen zoals hout en staal zijn momenteel echter ook duur, waardoor vervanging minder voor de hand ligt. Hierdoor kunnen gebouwen – zoals woningen en kantoren – duurder worden, waardoor de eindgebruiker uiteindelijk de rekening betaalt voor de gestegen energieprijzen.

Ook glastuinders zullen de sterk stijgende kosten moeten doorberekenen, maar de mate waarin dat lukt, hangt onder meer af van de volumes die concurrenten uit landen als Spanje of Marokko kunnen leveren en afspraken met klanten. De voedingsindustrie slaagt er blijkbaar in om de eerder gestegen grondstofprijzen door te berekenen; de voedselprijsindex van de Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO) stond in september dit jaar op het hoogste punt in tien jaar. Een deel van de volatiliteit op de agrarische grondstoffenmarkten gaat ten koste van de marges in de toeleveringsketen, maar volgens cijfers van marktonderzoeker GFK is de consumentenprijs van bijvoorbeeld brood al met 3,4 procent gestegen ten opzichte van vorig jaar. Bovendien zijn zowel de meelindustrie als de industriële bakkerijen relatief energie-intensieve sectoren die niet kunnen ontkomen aan het doorberekenen van een deel van de hogere energieprijzen.

In de branche verschilt het sterk per product of ondernemers hun verkoopprijzen kunnen verhogen. In het algemeen hangt dit af van de vraag naar het product, de mate waarin klanten voorraad hebben en of leveranciers uit andere landen het product goedkoper kunnen leveren. Positief voor de branche is dat er op dit moment veel vraag is naar de meeste industriële producten doordat veel klanten in 2020 minder voorraden hebben. De auto-industrie kampt echter met een tekort aan chips, waardoor de vraag naar andere auto-onderdelen en materialen is ook aan het verzwakken. Voor toeleveranciers aan de auto-industrie, bijvoorbeeld in de metaalindustrie, betekent dit dat het waarschijnlijk moeilijk zal zijn om hogere kosten door te berekenen. Hun klanten zijn vaak grote autofabrikanten met een aanzienlijke marktmacht. Daarnaast ligt de verkoopprijs in deze sector vaak al contractueel vast.

Staalprijzen De zware industrie levert vooral aan andere industriële bedrijven, zoals de maakindustrie. Zo levert de chemische industrie kunststof in primaire vorm aan de rubber- en kunststofindustrie. De basismetaalindustrie levert onder meer aan de bouwmaterialenindustrie, de metaalproductenindustrie en de machinebouw. Hogere staalprijzen leiden dus tot hogere inkoopkosten voor bedrijven in deze sectoren. Dit betekent dat zij op hun beurt hogere prijzen zullen proberen door te berekenen aan hun klanten. Bedrijven in bijvoorbeeld de metaalproductenindustrie slagen daar niet altijd in, bijvoorbeeld wanneer er tegen een vooraf afgesproken prijs geleverd wordt aan een autofabrikant met veel marktmacht.

Daarnaast wordt de metaalproductenindustrie niet alleen getroffen door een hogere staalprijs, maar ook door de hogere kosten voor het eigen energieverbruik. Stijgende kosten verhogen het volume van de vlottende activa. Ondernemers moeten daarom extra alert zijn op de kaspositie en zo nodig voor extra financiering zorgen. Sommige productiebedrijven kunnen met tekorten worden geconfronteerd. Zo kan de sterk afgebouwde zinkproductie leiden tot een zinktekort, wat de productie van bijvoorbeeld zinkgoten in gevaar kan brengen. De hoge energietarieven kunnen dus ook indirect een belangrijk obstakel vormen voor de maakindustrie.

Ook de transportsector kan worden geraakt door de teruggeschroefde productie in de chemische industrie en de basismetaalindustrie. Doordat de bedrijvigheid op een lager niveau ligt, zullen er immers minder grondstoffen en producten worden vervoerd. Met name de binnenvaart vervoert dit soort bulkgoederen.

Koopkracht Ook ondernemers kunnen last hebben van de hogere gas- en elektriciteitsprijzen aan de vraagzijde. Deze kunnen immers de koopkracht en het consumentenvertrouwen onder druk zetten. Een deel van de huishoudens heeft een variabel energiecontract. Dit betekent dat de prijzen twee keer per jaar kunnen worden aangepast. Deze groep heeft niet te maken met de extreme prijsschommelingen, maar met hogere gas- en elektriciteitsprijzen. Iets meer dan de helft van de huishoudens heeft de prijzen een jaar of langer vastgezet, dus de meeste worden niet op korte termijn getroffen. Daarnaast leidt het doorberekenen van hogere prijzen door het bedrijfsleven uiteindelijk tot duurdere producten in het schap. Het spaarvarken van de consument, dat tijdens de coronacrisis werd aangevuld, kan de consumptie nog stimuleren, maar de kans bestaat dat consumenten wat voorzichtiger met hun bestedingen omgaan. Een voorzichtigere consument zal direct gevolgen hebben voor de retail- en vrijetijdssector. Deze sectoren hebben al veel geleden tijdens de coronacrisis en een eventuele vraaguitval zou ervoor kunnen zorgen dat het broodnodige herstel langer op zich laat wachten.

Duurzaamheid loont Ondernemers die hebben geïnvesteerd in duurzaamheid hebben een relatief voordeel in deze situatie. Als zij veel hebben geïnvesteerd in bijvoorbeeld isolatie of het opwekken van duurzame energie, is hun bedrijfsvoering minder gevoelig voor stijgende energiekosten en wordt hun concurrentiepositie sterker ten opzichte van branchegenoten die dat niet hebben gedaan. Zo kan de glastuinbouw gebruik maken van oplossingen als WKK, dubbele schermen, warmte-koudeopslag en warmtebuffers. De industrie maakt nog volop gebruik van fossiele energie en elektriciteit uit het net, maar er zijn manieren om het energieverbruik te verminderen, zoals investeren in efficiëntere machines en het benutten van restwarmte uit een ander productieproces. Daarnaast levert de industrie veel restwarmte aan de glastuinbouw, kantoren en particulieren.

Zoals gezegd zijn ondernemers die duurzame energie gebruiken in plaats van fossiele energie minder gevoelig voor prijsschommelingen. Voorbeelden hiervan zijn zonnepanelen op het bedrijventerrein, de bouwmaterialenfabriek en klimaatneutrale magazijnen of distributiecentra. De wetgeving bepaalt dat nieuwbouw moet worden gebouwd zonder aardgasafsluitingen. Een voorbeeld hiervan zijn nieuwe vestigingen van fastfoodketens die gasloos zijn gebouwd. Ook zijn er hotels die de bestaande kamers gasvrij maken door middel van VRF-systemen, die alleen de benodigde hoeveelheid warmte opwekken en via een warmtewisselaar warmte terugwinnen.

Energiezuinige bedrijven hebben dus een voordeel ten opzichte van hun concurrenten in dezelfde branche. Hoe langer de energietarieven hoog blijven, hoe meer zij hiervan kunnen profiteren.

Alle velden gemarkeerd met * moeten worden ingevuld.

Wilt u ook onze nieuwsbrief ontvangen? | Klik hier

Ander nieuws uit deze sector:

<< Terug | GroentenNieuws.nl

Schrijf u in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

U ziet deze pop-up omdat dit de eerste keer is dat u onze site bezoekt. Als je deze melding altijd ziet, heb je je cookies uitgeschakeld en blijven ze verschijnen.